De ICT specialist die meedenkt in concrete oplossingen
Toegewijd aan het creëren van veilige en stabiele netwerken
Kennis is er om te delen
Linux - 01/January/1970

Linux voor de beginnerde beheerder - Mailserver

Titel van het nieuwsitem.

Voor Linux zijn er vele soorten mailservers voorhanden. De mailservers zijn voor Linux op te splitsen in de SMTP servers en de MSA/MDA servers. Het verschil tussen deze twee varianten is dat de STMP (Simple Message Transport Protocol) servers verantwoordelijk zijn voor het routeren van emails van de ene naar de andere server terwijl de MSA/MDA (Mail Submission Agent/Mail Delivery Agent) servers het verkeer van de mailserver naar de client verzorgen.

Het SMTP verkeer maakt standaard gebruikt van TCP poort 25 en het MDA verkeer TCP poort 110 voor pop3 en poort 143 voor IMAP. Indien het verkeer versleuteld wordt verzonden gebuikt men ook andere poortnummers. SMTP wordt dan verzonden over TCP poort 465 of 587 en wordt dan SMTPS met de S van secure. Voor POP3S wordt poortnummer 995 gebruikt en voor IMAPS 993. Het voornaamste verschil tussen POP3 en IMAP is dat bij POP3 de berichten van de server gehaald worden om lokaal te verwerken terwijl bij IMAP de berichten op de server blijven staan waardoor het mogelijk is IMAP postbussen te delen.

Omdat het mbox formaat, waarbij alle emails in één bestand staan, nogal voor wat problemen kan zorgen bij het gezamenlijk benaderen van een mailbox of email, is het maildir formaat ontwikkeld. Hierbij worden de emails in een directory structuur opgeslagen waarbij het niet nodig is om file locking toe te passen wat bij het mbox formaat voor de nodige problemen zorgde. Het maildir formaat is als volgt opgebouwd:

Maildir opbouw mailserver

Per gebruiker is er een Maildir directory met drie submappen. De map cur, new & tmp. De tmp map bevat de emails die verwerkt worden. De new map bevat de ongelezen emails. De cur map bevat de reeds gelezen emails.

Het verloop van het email-verkeer gaat als volgt: De client maakt een email aan met behulp van een mailprogramma zoals Thunderbird of Outlook. Deze email wordt ter verzending aangeboden aan de ‘uitgaande mailserver’. Dit gaat meestal op basis van het SMTP (poort 25) of SMTPS protocol (poort 465 of 587) De uitgaande mailserver controleert welke server verantwoordelijk is voor het email domein van de geadresseerde. Dit is het gedeelte na de @ in een email-adres. Als dit niet de server zelf is, dan controleert hij dit bij de DNS Server aan de hand van een MX record. Voordat uitgaande email wordt geaccepteerd, wordt er ook gecontroleerd of de verzendende computer of gebruiker hiertoe gemachtigd is. Dit is ter preventie van SPAM. Het doorsturen naar externe domeinen wordt ook wel relay genoemd. Bij het doorsturen naar de verantwoordelijke server wordt wederom gebruik gemaakt van het (S)SMTP protocol. Als de email uiteindelijk op de plaats van bestemming is beland wordt deze door de client bij de server opgehaald. Bij het ophalen van de email wordt gebruik gemaakt van het POP3 (poort 110), POP3S (poort 995), IMAP (poort 143) of IMAPS (poort 993) protocol. Het belangrijkste verschil tussen POP3 en IMAP is, is dat bij POP3 de email op de client verwerkt wordt terwijl bij IMAP dit op de server plaats vindt. IMAP is daarom beter geschikt voor het werken vanaf meer devices in de zelfde mailbox. Dit kan zijn op de PC op het werk en de PC thuis maar ook de Tablet of Smart Phone.

Bij Mailserver oplossingen worden de gebruikers vaak niet meer lokaal aangemaakt op de Mailserver zelf maar zijn ze onderdeel van een LDAP Directory omgeving zoals Active Directory. De email wordt dan in plaats van in de Maildir of mbox in de database van de Mailserver zelf opgeslagen. Email gebruikers die niet op de Mailserver zelf als locale gebruiker zijn aangemaakt, omdat ze niet op deze server hoeven in te loggen, worden ook wel virtuele mail gebruikers genoemd.

Virtuele mailserver Mbox Maildir LDAP

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Reageer